Bescherm onze regenwouden van de zee
Over de thesis van Silke Dufraing
GenomineerdLegal protection of kelp forests (2021)
Promotor(en) Prof. dr. An Cliquet, Faculteit Recht en Criminologie
lib.ugent.be
Onderzoek toont aan dat kelpwouden en hun ecosysteemdiensten een positieve maatschappelijke impact hebben. Van hernieuwbare bron in industrieën tot broedkamer voor fauna: deze ‘regenwouden van de zee’ zijn noodzakelijk voor het welzijn van de planeet. Maar hun voortbestaan loopt gevaar. De opwarming van het zeewater vormt de grootste boosdoener. Aangezien kelp CO2 opneemt en zo de klimaatverandering kan beperken, ligt de oplossing in een sterkere juridische bescherming van dit ecosysteem zelf.
Biodiversiteit: sleutel tot overleven
De grootste oorzaak van het verdwijnen van kelpwouden is de mens. Door het hanteren van schadelijke oogsttechnieken en het gebruik van sleepnetten in de visserij enerzijds, en door het uitstoten van CO2 en equivalente emissies anderzijds. Dit laatste, de klimaatverandering, resulteert in stijgende zeetemperaturen.
Silke Dufraing onderzocht de juridische bescherming van kelpwouden in de Noordoost-Atlantische oceaan. Deze regio vormt letterlijk een ‘hot spot’ voor opwarming, met temperatuurstijgingen van ongeveer 0,3 tot 0,8°C per decennium. Over het algemeen is kelp zeer gevoelig aan deze verandering en kan dit leiden tot beïnvloeding van hun verspreiding, productiviteit en weerbaarheid.
Een andere grote bedreiging die de opwarming van het zeewater met zich meebrengt, is de toename van zee-egelpopulaties. Deze zeegrazers voeden zich met kelp. Een overvloed aan zee-egels kan resulteren in een zogenaamde ‘regimewisseling’ van biodiverse kelpwouden naar dorre zeekralen zonder enige ecologische waarde.
Eens een kelpwoud in een gedegradeerde toestand belandt, zijn de mogelijkheden voor een goed beheer ernstig beperkt. Dit willen we dus het liefst vermijden. Kelpwouden zijn weerbaarder tegen het opwarmende zeewater als ze zeer genetisch divers zijn. Hoe meer biologisch divers ze zijn, hoe beter ze herstellen van verstoringen en hoe beter ze hun ecosysteemdiensten in stand houden.
Daarom ging Dufraing op zoek naar hoe biodiversiteit in verschillende rechtsinstrumenten verankerd zit en of deze instrumenten van toepassing zijn op kelpwouden. Het verdrag inzake Biologische Diversiteit (Biodiversiteitsverdrag) en het Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (OSPAR verdrag) vormen de de meest aanzienlijke juridische kaders. Beide hebben betrekking op de bescherming van de biodiversiteit en het herstel van het verlies hieraan.
Het Biodiversiteitsverdrag bevat een algemene bepaling (artikel 8, a) waarin het partijen bij het verdrag oproept om een systeem van beschermde gebieden te creëren, zo ook voor gebieden die nood hebben aan speciale maatregelen voor het bewaren van biodiversiteit. In deze context werkte dit verdrag een programma uit dat specifiek focust op mariene ecosystemen.
Voor de periode van 2011-2020, stelde de conferentie van de partijen niet-bindende doelen, de zogenaamde ‘Aichi Targets’, op om het verlies aan biodiversiteit te beperken. Deze Aichi Targets zijn gelinkt aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelen. Target nummer 11 stelde voorop om tegen 2020 10% van de mariene ecosystemen effectief te beschermen. Helaas is dit doel niet bereikt.
Het Biodiversiteitsverdrag bevat verder een bepaling (artikel 8, f) die de verdragspartijen verplicht om gedegradeerde ecosystemen te herstellen. Dit is verankerd in Aichi Target nummer 15. Uit een onderzoek naar mariene herstelprojecten tussen 2000 en 2020, volgt de vaststelling dat er niet voldoende aandacht wordt besteed aan het herstellen van kelpwouden, in vergelijking met andere aan de kust gelegen ecosystemen zoals koraalriffen en zeegras.
Artikel 2, bijlage V van het OSPAR verdrag schrijft voor dat de verdragsluitende staten maatregelen nemen om het zeegebied te beschermen tegen de nadelige gevolgen van menselijke activiteiten en om de ecosystemen en de biologische diversiteit van het zeegebied in stand te houden. Ook de plicht om aangetaste mariene gebieden te herstellen, is hier benadrukt.
De belangrijkste ’tool’ van het OSPAR verdrag, is de zogenaamde OSPAR lijst voor bedreigde soorten en habitats. Kelpwouden zijn hier niet in terug te vinden. Oceana, de grootste internationale organisatie die zich inzet voor het behoud van de oceanen, heeft in een van haar campagnes aandacht besteed aan deze ondervertegenwoordiging van kelpwouden.
Nature-based solution voor opwarming van de aarde?
Kelp heeft het vermogen om CO2 op te nemen via fotosynthese. In vakjargon wordt een kelpwoud daarom een ‘carbon sink’ genoemd. In het licht van de huidige klimaatcrisis, is deze eigenschap een goede beweegreden om kelpwouden beter te beschermen. In het onderhouden van kelpwouden schuilt immers een nature-based oplossing voor de klimaatverandering. Het prestigieuze klimaatakkoord van Parijs vermeldt in artikel 5(1) de noodzaak om zogenaamde carbon sinks van alle broeikasgassen te beschermen.
Elke partij bij het klimaatakkoord van Parijs moet een een nationaal plan uitwerken waarin men uitlegt hoe ze zullen bijdragen aan het verminderen van CO2 emissies en hoe dit bijdraagt tot de wereldwijde doelstelling om de opwarming van de aarde te bepreken tot 2°C. In deze plannen kunnen de landen ook de CO2-opslagcapaciteit van (mariene) ecosystemen aankaarten. Het gebruik van zogenaamde ‘blue carbon’ om de klimaatverandering te matigen, is een internationale trend.
Er is echter geen consensus over de vraag of kelpwouden daadwerkelijk voldoen aan de vereisten om een ‘blauw koolstofsysteem’ te zijn. De wetenschappelijk werkgroep van het Blue Carbon Initiative opende de discussie over het opslagpotentieel van kelpwouden. Ze merken op dat koolstof moeilijk kan worden opgeslagen in rotsachtige bodems. Aangezien kelpwouden in het wild groeien op rotsachtige bodems, concludeert de werkgroep dat natuurlijke kelpwouden wellicht niet voldoen aan het criterium van een blue carbon ecosysteem.
Kelp-boerderijen, door de mens gekweekte kelpwouden, kunnen wel aan de vereisten voldoen. Wanneer ongeoogste delen van gekweekte kelp afsterven, vallen ze op de bodem direct onder de kwekerijen, waardoor hun koolstof op een gemakkelijk te meten manier in de bodemsedimenten wordt opgesloten. Kelpboeren kunnen controleren waar de koolstof uiteindelijk belandt, door een goede locatie voor hun kelpboerderijen te kiezen. Uit onderzoek blijkt dat zanderige of modderige bodems een uitstekende plek voor koolstofopslag zijn.
Voorts wint de kelpindustrie in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan terrein op de wereldmarkt. Aangezien duurzame kelpkwekerijen een antwoord kunnen bieden op de marktvraag naar kelpbiomassa, kan men de natuurlijke kelpwouden ongemoeid laten. Kelpkwekerijen kunnen dus een oplossing vormen tegen uitbuiting van kelpwouden in het wild. De Europese kelpmarkt staat echter in haar kinderschoenen en natuurlijke kelpwouden worden nog steeds op niet-duurzame manieren geoogst.
Het enthousiasme voor kelpkwekerijen doet daarom volgende vraag rijzen: Is kelpteelt een industrieel project met ecologische voordelen of is het een maatregel om milieudoelen te bereiken met als voordeel het leveren van commercieel waardevolle biomassa? Of is het beide?
Lokale, preventieve en ecosysteem-gerichte aanpak
Uit de analyse van Dufraing kwam naar voren dat het behoud van kelpwouden een kwestie is van het beheren van menselijke activiteiten en niet zozeer van het fysieke ecosysteem zelf. Ze beveelt een lokale aanpak aan, gebaseerd op het voorzorgsbeginsel en het ecosysteem.
Marine Protected Areas (beschermde mariene zones) bleken een juridisch instrument te zijn met een groot potentieel om natuurlijke kelpwouden te beschermen tegen overbevissing en schadelijke mechanische oogsttechnieken. Voorts zijn beschermingsregelingen het best geschikt wanneer ze op lokaal niveau zijn uitgewerkt, omdat de situatie van specifieke kelpwouden afhangt van plaatselijke omstandigheden.
In West-Sussex creëerde een soort wet bijvoorbeeld recent een ‘trawling exlcusion zone’. Dit stukje visserijbeheer vormt de eerste stap naar het herstel van de kelpwouden in Sussex, omdat het kelp letterlijk “weer ademruimte geeft om te gedijen.” Dit is niet alleen een enorme overwinning voor het lokale ‘Help Our Kelp’ project, maar het is ook een baanbrekend besluit voor de kustwateren van het Verenigd Koninkrijk.
Daarnaast biedt de creatie van een beschermd zeegebied tal van economische voordelen. Deze voordelen wegen bovendien op tegen de kosten voor het beheer van zo’n gebied, zo blijkt uit een studie in het kader van het ‘Help Our Kelp’ project in Sussex.
Ten slotte pleit Dufraing voor de erkenning van kelpwouden als blue carbon ecosystemen onder het klimaatakkoord van Parijs. Dit zou namelijk de aandacht vestigen op het potentieel van kelpwouden in de strijd tegen de klimaatverandering en dus een stap vooruit betekenen in hun bescherming en herstel.
Meer weten over dit onderzoek? Contacteer Silke Dufraing via dufraingsilke@gmail.com.
Over Silke Dufraing
Mijn naam is Silke Dufraing. Ik ben 23 jaar en woon en studeer momenteel in Amsterdam. Na het afronden van mijn rechtenstudies aan Universiteit Gent, kriebelde het om nog iets bij te studeren. Gepassioneerd door duurzame ontwikkeling, natuurbehoud en klimaatactie, ontwikkelde ik de ambitie om een juridisch expert te worden op dit interdisciplinaire gebied. Mijn oog viel op de master 'International Business Law: Climate Change & Sustainability' aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Ondertussen ben ik twee maand ver in deze studie en heb ik al enorm veel bijgeleerd over klimaatrecht en het fenomeen van 'corporate social responsibility'. Ik schreef reeds een paper over hoe de koolstofopslag van bossen is verankerd in de Europese LULUCF Verordening. Mijn voorliefde voor 'nature-based' oplossingen voor de klimaatverandering is dus nog steeds aanwezig. Ik ben dan ook heel blij dat ik via het FUTUREproef initiatief mijn masterproef over de juridische bescherming van kelpwouden onder de aandacht kan brengen. Wat de toekomst voor mij in petto heeft, laat ik liever nog even in het ongewisse. Al heb ik wel enkele droomcarrières voor ogen: als klimaatjuriste grote bedrijven op de vingers tikken, als 'advocaat voor het klimaat' mogen meewerken aan grootse klimaatzaken of (juridisch) advies mogen geven in beleidsinitiatieven zoals de Europese Green Deal.