Boer zoekt ruimte: heeft landbouw nog een toekomst in onze stadsrand?
Over de thesis van Sarah Vaneenooghe & Ranka Terpstra
Samenwerking tussen landbouw en natuur in Rodeland: ontkiemingskansen van autonome agro-ecosystemen in de Gentse stadsrand (2022)
Promotor(en) Michiel Dehaene, Faculteit Ingenieurswetenschappen en Architectuur
lib.ugent.be
De landbouwer is de dag van vandaag vaak de pineut. Een nieuwe projectontwikkeling? Op landbouwgrond! Bos aanplanten? Op landbouwgrond! Klimaatverandering? Talloze mislukte oogsten … Eum, excuseer? Vlaanderen van eigen gekweekt voedsel voorzien wordt moeilijk. Honderden alarmbellen gaan momenteel af, maar toch wacht onze overheid nog steeds op Godot.
Het landschapsproject Rodeland wil daar lokaal verandering in brengen, maar slaagt voorlopig niet in haar opzet. Als ruimtelijk planners willen Sarah en Ranka dit vernieuwend project vooruit helpen en deden zij onderzoek naar hoe de landbouwsector er in de toekomst ruimtelijk kan uitzien.
De gevolgen van vervreemding
Onze maatschappij is gebouwd rondom voedsel. Voedselgerelateerde plaatsen zoals markten, horeca, bakkers en slagers, maar ook eetkamers en keukens hebben altijd het decor van het stedelijke leven gevormd. Hoewel we nog steeds even afhankelijk zijn van landbouw, lijkt de relatie tussen stad, landbouw en natuur verdwenen voor de bevolking.
Door de industrialisering en kapitalisering van de maatschappij ontstond er een aanzienlijke kloof tussen zowel landbouw en natuur als tussen stadsbewoner en boer. De consument vervreemdt steeds meer van het platteland.
Deze verdwijnende relatie is nefast voor elke sector, maar toch trekt de landbouw aan het kortste eind. Fenomenen zoals bebossing, uitbreiding van woongebieden, hoge grondprijzen etc. zorgen voor een sterke daling in het aantal landbouwgronden, zeker in de stadsrand. Daarnaast beschouwen Vlaamse steden landbouw en voedsel nauwelijks nog als een stedelijke materie, terwijl er dagelijks duizenden monden moeten worden gevoed.
Daarom vragen wij ons af: hoe blijven we de stad duurzaam voeden? Hoe kan landbouw een duurzame toekomst tegemoet gaan? Waarom slagen we er als samenleving niet in om duurzame landbouw een zekere toekomst te garanderen?
Case: Landschapsproject Rodeland
Dit eindwerk verricht onderzoek naar een duurzame en veerkrachtige samenwerking tussen landbouw, natuur en maatschappij. Daarvoor focussen we op het landschapsproject Rodeland: een project in een gebied ten zuiden van Gent, uitgestrekt over de gemeenten Merelbeke, Melle, Gavere en Oosterzele.
Dit is een heuvellandschap waar beken, bossen en kleine landschapselementen (zoals poelen, bosjes en bomenrijen) belangrijke onderdelen zijn van het historische landschap van het Land van Rode.
Dit Rodelandproject is een samenwerking tussen verschillende partners: overheden, onderzoeksinstellingen, maar ook natuur- en landbouworganisaties ondertekenden de overeenkomst. Samen willen de partners het landschap versterken en verder ontwikkelen.
Landbouw in het land van Rode
Landbouw binnen Rodeland kent verschillende vormen waarbij het telen van voedergewassen (zoals aardappelen, maïs, graan en suikerbieten) het vaakst voorkomt. Boeren die aan biologische teelt doen, zijn daarbij sterk in opmars. Het Rodelandse landbouwlandschap onderscheidt zich van doorsnee Vlaanderen door de typerende beken, bossen en poelen.
Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn voor de boer. Binnen het gebied kent de landbouw talrijke problematieken die zowel veroorzaakt zijn door o.a. landbouwers, als een probleem zijn voor de landbouwers zelf.
De ruimtelijke problemen hebben vaak betrekking op droogte, overstromingsgevaar, vervuild (grond)water en erosie, maar ook het biodiversiteitsverlies en de verstoring van het bodemleven. Daarnaast maken maatschappelijke problematieken, zoals hoge grondprijzen en weinig tot geen overheidssteun krijgen, het ‘boer zijn’ nog moeilijker.
Ook binnen het Rodelandproject krijgt de boer amper steun. De aanleiding voor het project is immers de versterking en de verbinding van de bestaande oude boskernen, waardoor acties voor boeren naar de achtergrond verdwijnen. Alhoewel de grote Vlaamse landbouworganisaties ondertekenaar zijn van het project, lijkt de boer geen volwaardige plaats te hebben binnen het gebied.
Samenwerken aan een robuust landschap
Dit landschapsproject is m.a.w. een gemiste kans voor Rodeland om (letterlijk) ruimte te geven aan de boer van morgen. Een gemiste kans voor de opzet van een veerkrachtig landschap waarbij investeringen in natuur hand in hand gaan met de uitbouw van duurzame landbouw.
Om de partners van deze mogelijkheid te overtuigen, bieden dit onderzoek hen een houvast aan: een kaart met negen troeven richting een robuuste open ruimte. Wat wil deze kaart ons vertellen?
Stel je voor: een toekomst waarin boeren als een tandem samenwerken met burgers, wetenschappers en natuurbeheerders. Samen herorganiseren ze het landschap naar een logische en duurzaam ingerichte ruimte waar boeren boeren kunnen zijn en de open ruimte zichzelf op een circulaire manier in stand houdt.
Synthesekaart. Ontkiemingskansen voor een duurzaam, autonoom werkend open landschap in de Gentse stadsrand: de negen bouwstenen waaraan Rodeland kan werken om een veerkrachtige verandering in de landbouwsector op te starten (data: Geopunt, kaart: R. Terpstra & S. Vaneenooghe, 2022).
Elk van de negen troeven vormen zo bouwstenen voor een nieuw, duurzaam (landbouw)landschap. Een landschap dat beter bestand zal zijn tegen onder meer de klimaatverandering, maar ook economische en sociale crisissen. Klinkt veelbelovend, niet?
Stap 1: Bouwen aan bondgenoten
De eerste drie bouwstenen streven naar sterk verbonden lokale gemeenschappen. Een groep landbouwers die het landschap mee helpt onderhouden, kan in wederdienst het “afval” (het verkregen maaisel en houtsnippers) als grondstof voor hun eigen bedrijf hergebruiken.
Een duurzame vorm van landbouw, ook wel kringlooplandbouw genoemd, vestigt zo zijn wortels dieper in onze maatschappij. Een win-win situatie voor zowel boer, landschapliefhebber en omgeving. Dit kan allemaal in goede banen geleid worden door een coördinator. Zo kan de kringloop aan materialen en grondstoffen binnen het gebied in stand blijven: niets gaat verloren.
Ook kennis zoals oude boerenwijsheden mag niet verloren gaan. Daarom is het uitbouwen van een centraal kennispunt in Rodeland belangrijk. Een plaats waar mensen zowel boerenwijsheden, wetenschappelijke kennis als burgerlijke bezorgdheden uitwisselen en verenigen: de Rodeland-familie krijgt vorm.
Stap 2: Bouwen aan landschappelijke infrastructuur
Het tweede trio troeven maakt de duurzame (ruimte)droom werkelijkheid: zij zorgen voor de nodige infrastructuur en het hergebruik van verloren (open) ruimte.
Een voorbeeld van dat soort infrastructuur is een centraal verzamelplein, waar de materialen van het landschapsonderhoud worden verzameld. Van daaruit worden houtsnippers en grasmaaisel omgevormd tot bio-compost en veenvrije potgrond om tenslotte terug te keren naar het landschap via de boerderij.
Daarnaast krijgt verloren gegane ruimte een nieuwe bestemming. Het Vlaamse landschap bezit het meest dense wegennet van de wereld: het is onderbenut en er zijn dus veel overbodige verharding. Het zou dus zeker ten voordele zijn van onze natuur en landbouw om in onze open ruimte hier en daar een weg te elimineren.
Hetzelfde geldt voor de leegstaande hoeves: vandaag een doorn in het oog, maar morgen mogelijks bijkomende open ruimte of de thuishaven voor een duurzame landbouwkolonie.
Stap 3: Bouwen aan een obstakelvrije werkomgeving
De laatste drie troeven zetten in op aangepaste regels ten gunste van circulaire gebiedswerking zoals o.a. organische, natuurlijke “afvalstoffen” eenvoudiger terug in hun natuurlijke omgeving brengen.
Andere factoren zijn boeren rechtszekerheid geven om in landbouwgebieden hun beroep uit te oefenen en elke gebruiker van de open ruimte diens steentje laten bijdragen aan landschapsontwikkeling. Dit zijn de meest noodzakelijke en dringende werkpunten voor overheden.
Boer zoekt Rodeland 2.0
Aan de hand van deze negen troeven en een concreet stappenplan helpen we Rodeland bouwen aan een nieuwe, duurzame toekomst – een toekomst waarbij het Land van Rode natuur, landbouw en maatschappij eindelijk weet te verbinden en het geheel zelfstandig laat functioneren.
Zo zal het gebied volstromen met vooruitstrevende ideeën, duurzame kennis en landschappelijke trekpleisters. Het zal een omgeving zijn die gekenmerkt wordt door co-creatie en bovenal een eigen, typerend DNA. Op deze manier kan Rodeland zich sterk maken als een “land” dat transformatief en anders durft te zijn.
Over Sarah Vaneenooghe & Ranka Terpstra
Wij zijn allebei 25 jaar en behaalden afgelopen academiejaarjaar (2021-2022) ons diploma van master in de stedenbouw en ruimtelijke planning. Daarvoor studeerde Sarah al af als master in de bio-ingenieurswetenschappen. Ranka behaalde naast stedenbouw nog een master in de sociaal-economische wetenschappen.
De dag van vandaag zijn we allebei terug te vinden in twee Vlaamse stedenbouwkundige studiebureaus, zoekende naar oplossingen voor complexe ruimtelijke vraagstukken en een kwalitatieve leefomgeving waar het sociaal-ecologisch-economisch evenwicht terug te vinden is.”