De ideale rivier, of toch niet?

De ideale rivier, of toch niet?

Over de thesis van Tim Van den Branden

Genomineerd

De evolutie van de Beneden-Durme door de interactie van fysische en antropogene factoren (2021)

Promotor(en) Prof. dr. Veerle Van Eetvelde, Faculteit Wetenschappen

Foto: cc Filip Roels
Redactie Tim Van den Branden, Febe Visart

Wat als je zelf een rivier kon vormgeven? Zou het een idyllische meanderende rivier in een groene omgeving worden? Of misschien de ideale vaarroute voor vrachtboten en plezierjachten? De mens transformeert zijn leefomgeving namelijk tot een product dat voor hem het meest geschikt is. Dit artikel vertelt het opmerkelijke verhaal van een schijnbaar kleine zijrivier die evolueerde van een natuurlijke stroom tot een menselijke creatie met fysieke knelpunten: de Durme.

Mens-natuur interacties in een veranderend klimaat

Op het moment dat de gevolgen van de klimaatverandering steeds duidelijker worden, is het cruciaal om de actie en interactie van de mens in het natuurlijke landschap beter te begrijpen. Enkel op die manier kan een duurzaam beheer van onze natuurlijke leefomgeving leiden tot een betere maatschappelijke veerkracht tegen de grillen van een veranderend klimaat.

Landschapsveranderingen intensifiëren namelijk steeds sneller in de laatste decennia door toenemende complexe processen in onze samenleving, zoals sociaaleconomische veranderingen, veranderingen in landbouw, industrie of transport. De recente geschiedenis en evolutie van de Durme vormen een zeer geschikt voorbeeld om deze mens-natuur interactie te onderzoeken.

Deze zomer ondervonden we namelijk hoe afhankelijk onze maatschappij is van onze natuurlijke leefomgeving. Extreme neerslaghoeveelheden in juli veroorzaakten uitzonderlijk hevige overstromingen in de provincies Luik en Namen. Deze natuurramp vormt een relevant en actueel aanknooppunt bij het onderzoek van Tim Van den Branden.

Veel onderzoeken naar landschapsveranderingen blijven beperkt tot het beschrijven en analyseren van ruimtelijke patronen, terwijl het begrijpen van de processen die achter de transformaties liggen cruciaal is om waardevolle landschappen duurzaam te beheren en/of te conserveren.

Natuurrampen en ongelijke sociaaleconomische condities leggen vaak de fysieke knelpunten van onze leefomgeving bloot. Met wisselend succes worden in reactie daarop herinrichtingsprojecten opgestart. Het succes van deze projecten is echter afhankelijk van de juiste kennis over de oorzaak-gevolgrelaties die net tot die knelpunten hebben geleid.

Foto: cc Tim Van den Branden

De masterproef van Tim Van den Branden beklemtoont het belang van multidisciplinair onderzoek naar landschapsevoluties, meer bepaald een synthese van zowel de ecologische als sociale dimensie van het landschap. Van den Branden deed dit door de informatie van lokale inwoners en lokale geschiedenis causaal te linken aan meetbare fysieke veranderingen in de omgeving. Zo verkreeg hij het meest integrale beeld op het traject dat een landschap aflegt doorheen de tijd.

De Durme van Tielt tot Tielrode

Ruim 1000 jaar geleden had de Durme een aanzienlijk groter stroomgebied dan vandaag. Het brongebied lag nabij Tielt in West-Vlaanderen. Vanaf daar stroomde de rivier oostwaarts in Oost-Vlaanderen en ten noorden van Gent richting het Waasland om uiteindelijk in de Schelde uit te monden ter hoogte van het dorp Tielrode.

Vanaf de late middeleeuwen onderging de loop van de rivier echter enkele ingrijpende veranderingen. De aanleg van kanalen ten noorden van Gent, zoals de Lieve (13de eeuw), de Sassevaart (16de eeuw) en tenslotte het kanaal Gent-Terneuzen (19de eeuw) zorgde voor een afsnijding van het West-Vlaamse brongebied.

Bovendien kwam de Durme vanaf de 13de eeuw onder invloed van de getijdenwerking uit de Schelde te staan. Plots nam het afstromend debiet van de rivier af en werd ze een getijdenrivier die gevoelig was voor overstromingen. De laaggelegen delen van de Durmevallei werden ingepolderd door de bouw van dijken en dit vormde de start van de ingrijpende menselijke interactie met de natuurlijke omgeving.

Verschil in getijhoogte. Foto: cc Tim Van den Branden

Industrie, scheepvaart en verzanding

Vanaf het midden van de 18de eeuw ondergingen de landschappen in West-Europa voor het eerst grootschalige veranderingen onder impuls van de industriële revolutie. Langsheen de Durme ontwikkelden zich kleine industriële centra die opbloeiden door de aanvoer van goederen via de rivier. Zo werd de Durme op regionale schaal steeds belangrijker als transportroute van de grote steden naar verstedelijkte kernen op het platteland.

Om de rivier toegankelijker te maken voor schepen, werden de vele meanders afgesneden en werden kleine eilanden verwijderd. Tegelijkertijd zorgde de aanleg van kanalen in het stroomgebied voor een definitieve onthoofding van het bovendebiet. Dit wil zeggen dat de rivier niet meer op een natuurlijke manier naar de monding in de Schelde stroomde.

evolutie van de Durmevallei
Evolutie van de Durmevallei

Enkel bij hoogtij kwam er water via de Schelde in de Durme, maar dit veroorzaakte een ongewenst gevolg: verzanding. Bij vloed stroomt het water met hogere snelheid in de Durme en bij eb stroomt het terug weg met lagere snelheid. Hierdoor blijven slibdeeltjes zoals zand en klei steeds achter in de rivierbedding.

Het verwijderen van meanders verminderde bovendien de stroomweerstand van de rivier, waardoor de vloedstroom nog meer aan kracht toenam en het verzandingsproces versterkte. De Durme, die eens zo geschikt was als transportroute, transformeerde bijgevolg in het begin van de 20ste eeuw tot een moeilijk bevaarbare rivier.

Negatieve wisselwerking tussen mens en natuur

Deze transformatie doet een interessante vraag rijzen: is er een soort wisselwerking aan de gang tussen menselijke ingrepen in de rivier en een toenemend verzandingsproces?

Om dit te onderzoeken, was het belangrijk om de evolutie van de rivier en haar valleilandschap te beschouwen sinds het ontstaan van dit intense verzandingsproces. Aan de hand van historische kaartreeksen, herfotografie van oude foto’s, lokale kronieken en luchtbeelden kon Van den Branden de recente evolutie van het Durmelandschap zeer gedetailleerd achterhalen. Dit gebeurde door menselijke activiteiten te plotten op grafieken over wijzigingen in het landgebruik. Zo kon hij causale linken voor het eerst visualiseren.

Hieruit bleek dat de verzanding niet alleen impact had op de rivier zelf, maar ook op het omringende landschap. Door de verzanding komt de rivierbedding steeds hoger te liggen, maar het volume water dat binnenstroomt blijft wel hetzelfde. Het verschil tussen hoogtij en laagtij evolueerde bovendien van ongeveer één meter 100 jaar geleden tot wel vier à vijf meter tegenwoordig. Bijgevolg werd de vallei kwetsbaarder voor overstromingen en werden er hogere dijken gebouwd.

voor en na foto die de negatieve wisselwerking tussen mens en natuur aantoont
Foto: cc Tim Van den Branden

Daarnaast konden beken en grachten niet meer natuurlijk afwateren naar de rivier. De bouw van pompstations loste dit op, maar verdroogde ook de valleigronden. Zo evolueerde het landschap van een open gebied met natte weiden tot een halfgesloten geheel van akkers, weiden en kleine bospercelen.

Als reactie op deze negatieve evolutie werden nog meer meanders afgesneden en begon men met het baggeren van de rivierbedding. Onverwacht leidde elke menselijk ingreep tot een verdere versterking van het natuurlijke verzandingsproces. De bouw van hoge dijken en overstromingsgebieden leek de enige oplossing.

Van welvaartsrivier tot uitdaging

In de jaren ’70 werd het Sigmaplan ontwikkeld na overstromingen langsheen het Scheldebekken. Dit plan voorzag de uitbouw van verschillende overstromingsgebieden in dit bekken en dus ook langsheen de Durme. Eind de twintigste eeuw begon men echter de noodzaak van een duurzaam beheer van de Vlaamse rivieren in te zien. Het versterken van de natuurwaarden werd een bijkomend doel.

Daarnaast vormen alle laaggelegen gebieden in het Scheldebekken een kwetsbare zone voor de stijging van de zeespiegel. In 2013 startte de Vlaamse Overheid met de uitbouw van overstromingsgebieden en natte weilanden in de Durmevallei. Bescherming tegen overstromingen, nu en in een toekomstig klimaat, werd een belangrijk doel, met daarnaast ook natuurontwikkeling en waterinfiltratie. In 2025 zouden alle plangebieden actief zijn.

Hoewel deze projecten een goede stap vormen om tot een klimaatweerbare omgeving te komen, blijft de Durme opgezadeld met een erfenis aan intense menselijke ingrepen. Het verzandingsproces gaat nog steeds door en scheepvaart is slechts mogelijk nabij de monding. Om het landschap duurzaam te beheren en in te richten, is het dus cruciaal om eerst de mechanismen achter lokale landschapsverandering te kennen. Dit is een les die we ongetwijfeld zullen moeten leren door de gevolgen van de klimaatverandering.

De Durmevallei is slechts een kleine plek op deze wereld, maar kan een voorbeeld vormen voor gelijkaardig onderzoek op plaatsen die extra gevoelig zijn voor de klimaatverandering. Deze onderzoeken kunnen lokale gemeenschappen helpen om zich beter aan te passen. Veranderingen in landgebruik vormen namelijk één van de globale factoren die de klimaatverandering beïnvloeden. De resultaten van dit onderzoek tonen bijvoorbeeld de positieve impact van de Sigmaplan projecten aan.

Verder beantwoordt dit onderzoek twee cruciale vragen: Wat waren de gevolgen als dezelfde extreme hoeveelheid neerslag in de Durmevallei viel? Was de nasleep voor de lokale inwoners dan even dramatisch?

Waarschijnlijk waren de gevolgen beperkter geweest. De weg naar een volledig duurzaam beheer is echter nog lang, doordat de Durmevallei een erfenis aan negatieve menselijke ingrepen met zich meedraagt. Als we wereldwijd soortgelijke onderzoeken zouden uitvoeren op plaatsen met duidelijke knelpunten, dan zouden we alvast enkele stappen dichter bij een duurzame samenleving geraken.

Meer weten over dit onderzoek? Contacteer Tim Van den Branden via timvandenbranden96@gmail.com.

Over Tim Van den Branden

Ik ben Tim Van den Branden, 24 jaar en heb net mijn opleiding geografie aan de Universiteit Gent afgerond. Ik ben al zeer lang gepassioneerd door de natuur en meer bepaald door landschappen. Ik woon vlakbij de Durme in Hamme en heb deze rivier doorheen de jaren al veel zien evolueren. De Durme en al haar fascinerende aspecten is één van de redenen waarom ik geografie ben gaan studeren. Ik specialiseerde me in mijn master in fysische geografie en landschapskunde. De Durme vormde dan ook een logisch thesisonderwerp voor mij.

Momenteel ben ik aan de slag bij Antea Group Belgium als Adviseur Milieubeleid en werk ik mee aan het opstellen van milieueffectenrapporten (MERs). Zo wil ik me verder professioneel bekwamen in het duurzamer maken van onze samenleving. Een deelname aan de FUTUREproef award leek me dan ook de ideale mogelijkheid om de problematiek van de Durme wat meer in het daglicht te stellen. Ik hoop dan ook dat mijn masterproef een voorbeeld kan vormen om meer aandacht te vestigen op onderzoek naar duurzaam landschapsbeheer.