Elektrisch fietsen, iets voor jou?
Over de thesis van Corneel Casier
A Stated Preference Approach on the Use of E-Bikes in Commuting Travel Analysis (2020)
Promotor(en) Prof. dr. Frank Witlox, Faculteit Wetenschappen
lib.ugent.be
Corneel Casier vraagt zich af welke factoren ons stimuleren om meer elektrisch te gaan fietsen.
Uit zijn onderzoek blijkt dat een kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur en een financiële ondersteuning een positief effect hebben op onze motivatie tot elektrisch fietsen. Toch zijn dit maar 2 van de 7 geïdentificeerde factoren...
Als net afgestudeerd geograaf met een specifieke interesse in mobiliteit, transport en logistiek is duurzaamheid een concept dat vaak langskwam op de universiteitsbanken. In mijn persoonlijke leven speelt duurzaamheid eveneens een rol. Zo probeer ik zo veel mogelijk bewust na te denken over hoe en naar waar ik op reis ga, mij verplaats, winkel, etc., maar ook van waar bepaalde producten komen. Hoe sommige producten de wereld zijn rondgereisd vooraleer ze in de winkel terecht komen, intrigeert en verbaast mij steeds weer.
De belangrijkste reden om kritisch na te denken over duurzame onderwerpen is uiteraard de toekomstige klimaatverandering, maar eveneens de huidige leefbaarheid speelt een belangrijke rol. De impact van specifiek transport en logistiek hierop begint steeds duidelijker te worden. Om de CO2-uitstoot nu en in de toekomst te beperken, zal verduurzaming van vervoerswijzen één van de benodigde elementen zijn. Privé gemotoriseerd vervoer zal hierbij moeten vervangen worden door meer duurzame vervoersmiddelen die minder uitstoten en voor iedereen betaalbaar zijn.
Een verscheidenheid aan vervoersmiddelen komt hiervoor in aanmerking, van old-school trein tram-bus tot meer moderne innovaties zoals bijvoorbeeld elektrische fietsen. Over het verplaatsingsgedrag van gebruikers van specifiek die laatste groep is nog relatief weinig geweten, dat zorgde voor de motivatie om een thesis te schrijven over dit duurzame onderwerp.
In mijn masterproef onderzocht ik specifiek wat de mogelijkheden van elektrische fietsen in het woon-werkverkeer zijn. Sterk stijgende verkoopcijfers van elektrische fietsen in België en in het buitenland (zie figuur 1) tonen aan dat een toenemend deel van de bevolking gebruik kan maken van deze vervoerswijze. Vorig jaar was zelf meer dan de helft van alle verkochte fietsen elektrisch. Een groot deel van de werkende bevolking in Vlaanderen (ongeveer 60%) woont daarnaast ook op een afstand van hun werk die met de elektrische fiets vlot kan worden overbrugd (+- 15 km). De combinatie van die twee factoren zorgt duidelijk voor een groot potentieel voor elektrische fietsen in het woon-werkverkeer.
Beleidsmakers proberen de elektrische fiets in het woon-werkverkeer op dit moment sterk te stimuleren. Dat doen ze enerzijds door te investeren in fietsinfrastructuur, zoals bijvoorbeeld de verschillende fietssnelwegen die momenteel net in gebruik of nog in aanbouw zijn. Deze zijn zeer aangenaam voor specifiek de snellere elektrische fietsers. Anderzijds probeert de overheid ook financiële prikkels te geven aan woon-werkfietsers, zoals de hoge fietskilometervergoeding in België en de verscheidene fiscale voordelen bij het leasen van elektrische fietsen door bedrijven.
Toch zien we dat het aantal elektrische fietsers nog steeds vrij beperkt is, zeker op het vlak van functionele verplaatsingen, zoals bijvoorbeeld om naar het werk of naar de winkel te gaan. Ongeveer 2,4% van alle woon-werkverplaatsingen gebeurt op dit moment met de elektrische fiets. Om een persoon te overtuigen met de elektrische fiets naar het werk te rijden, spelen veel verschillende randfactoren een rol. Informatie daarover is zeker nuttig. Op die manier kunnen er specifieke acties worden ondernomen om dat cijfer te laten toenemen en dienen bepaalde verwachtingen al dan niet aangepast worden.
Om de kennis over het verplaatsingsgedrag van elektrische fietsers te vergroten, onderzochten we in deze masterproef het effect van enkele randvariabelen op die specifieke groep van fietsers. Naast de twee genoemde componenten, fietsinfrastructuur en financiële tegemoetkoming, namen we nog enkele andere extra factoren mee in onze analyse. Deze gebruikte factoren zijn: de reistijd tussen woonplaats en werkgever, de weersomstandigheden, het type elektrische fiets, de aanwezigheid van douche en beveiligde fietsparking op de werkplek. Samen beschrijven die zeven factoren zo realistisch mogelijk enkele facetten van een woon-werktrip met de elektrische fiets.
We gebruikten hier een stated preference analyse om het belang van die zeven factoren en de verhouding ertussen te onderzoeken. Deze onderzoekstechniek laat immers toe om te kijken waar respondenten werkelijk het meeste belang aan hechten en welke factoren in hun ogen mogelijk minder relevant zijn. Het voordeel van deze techniek is dat we de zogenaamde verborgen voorkeuren voor bepaalde factoren toch kunnen kwantificeren. De respondenten dienden in de enquête zestien keer te kiezen tussen twee verschillende scenario’s waarin ze, al dan niet hypothetisch, met een elektrische fiets naar het werk zouden rijden. Elk scenario beschreef op basis van de zeven bovenstaande factoren wat de randomstandigheden zijn van zo een trip. De combinatie van alle keuzes van de 144 respondenten op die stated preference-vragen maakte het achteraf mogelijk voor ons om te bepalen welke omstandigheden hierbij het belangrijkst zijn. Eveneens interessant voor beleidsmakers konden we zien welke factoren juist het minst van belang zijn.
Onze resultaten suggereren dat de aanwezigheid van infrastructuur en financiële stimulering een duidelijk positief effect heeft op de kans dat iemand met een elektrische fiets naar het werk rijdt. De inspanningen van beleidsmakers om hierin te investeren, hebben dus zeker positieve effecten op het reisgedrag van elektrische fietsers. Toch zien we dat hiernaast enkele andere factoren nog meer van belang zijn.
Factoren zoals de weersomstandigheden, de reistijd en het type elektrische fiets hebben immers een groter effect dan infrastructuur en financiële stimulering. We zien ook dat er een (kleine) rol is voor de werkgever om elektrisch fietsen naar het werk te faciliteren. Zo hebben de aanwezigheid van een beveiligde parkeerplaats met mogelijkheid om de accu op te laden en een douche een positief effect op het gebruik van elektrische fietsen.
Als we onze resultaten nog van dichterbij bekeken, zagen we dat aangename weersomstandigheden een positief effect op de kans om met een elektrische fiets naar het werk te gaan. Gelijkaardig hieraan hebben een korte triptijd, een normale elektrische fiets en fietspaden eveneens een positief effect. Het tegengestelde van de bovengenoemde tripomstandigheden (slecht weer, lange triptijd, een speedelec, en fietsroute zonder aparte fietspaden) hebben hierbij dan uiteraard een negatief effect op het gebruik van elektrische fietsen.
We zien ook enkele kleine voorkeursverschillen op basis van demografische kenmerken van de respondenten. Vrouwen tonen een grotere interesse in elektrisch fietsen naar het werk dan mannen. Er is ook een verschil tussen eigenaars van een elektrische fietsen en mensen die geen elektrische fiets hebben, met name op basis van het type elektrische fiets. Als we naar de leeftijd kijken, zien we dat oudere respondenten een grotere kans hebben om met elektrische fietsen naar het werk te gaan dan jongere respondenten.
Om het woon-werkverkeer meer duurzaam te laten verlopen, zullen verschillende investeringen en beleidsacties nodig zijn. We zien dat elektrische fietsen een groot potentieel hebben, maar dat dit tot nog toe beperkt gebruikt is. Hoewel een verscheidenheid aan factoren een belangrijke rol spelen in het verplaatsingsgedrag van elektrische fietsers, zien we dat overheden dit ook deels kunnen beïnvloeden. Verdere investeringen in kwaliteitsvolle fietsinfrastructuur en financiële prikkels zullen het aantal elektrische fietsers in het woon-werkverkeer hoogstwaarschijnlijk verder doen toenemen.
Foto: Man on a bicycle at night (Luca Campioni/Unsplash)