Geïntegreerd klimaatbeleid: De toekomst voor een duurzame transitie?

Geïntegreerd klimaatbeleid: De toekomst voor een duurzame transitie?

Over de thesis van Jonas Meuleman en Fadel Abou-Zeid

Enhancing the EU's sustainable transition through integrative forms of governance: a whole-of-government approach to sustainable policymaking (2021)

Promotor(en) Prof. Dr. Claire Dupont, Faculteit Economie en Bedrijfskunde

lib.ugent.be
Foto: Damon Hall via Unsplash
Redactie Jonas Meuleman, Fadel Abou-Zeid & Febe Visart

De klimaatveranderingen en de aantasting van het milieu zijn tegenwoordig ook voor de gewone mens niet langer een "ver-van-mijn-bed-show." Over de hele wereld is er een continue trend van schokken in de natuur die ons allemaal treft. Hoe komt het dat er, ondanks het aandringende en ernstige karakter van milieu-en klimaatproblematieken, toch geen tastbare vooruitgang is?

Rapporten van verschillende organisaties (denk aan de VN, het IPCC of NGO’s) scheppen tegenwoordig steeds vaker een doemscenario over de toekomst van onze planeet. De vraag roept zich al snel op waar de oorzaak hiervan ligt.

Heerst er een te incrementeel kortetermijndenken binnen de politieke sferen om eigenbelangen te verdedigen? Wordt hierdoor elke vorm van transformatief beleid afgeremd? Is het wel aangeraden om klimaatbeleid te transformeren en over te schakelen op een langetermijnvisie?

Om een antwoord te bieden op deze vragen onderzochten Jonas Meuleman en Fadel Abou-Zeid het aan belang winnend concept van geïntegreerd klimaat- en milieubeleid. Ondanks een groeiende interesse binnen academisch onderzoek, en eveneens binnen beleidsdocumenten, valt dit nauwelijks op te merken in de beleidspraktijk van de Europese Unie (EU).

Vlag van de EU
Foto: Ralphs_Fotos via Pixabay

Vanuit deze insteek probeerden ze met hun masterproef te identificeren welke factoren leiden tot de implementatie van beleidsintegratie in de EU, het supranationale orgaan dat momenteel het globale voortouw neemt op vlak van klimaat en milieu.

Meer en effectievere samenwerking

Beleidsintegratie is een proces waarin publieke actoren proberen om een politieke doelstelling te behalen die de grenzen van een enkel beleidsdomein overstijgt. Dit is een reactie op de versnipperde administratie die onze overheden al decennialang belaagt. Het hele proces van beleidsintegratie doelt dan ook op meer en een effectievere samenwerking over verschillende domeinen heen.

In het geval van deze masterproef gaat het dan vooral over milieuproblematieken en de klimaatcrisis. Zowel het concept van beleidsintegratie als de problematieken die het probeert op te lossen zijn immens complex van aard.

Wat is er dan precies nodig om het ideaalbeeld van integratie te verwezenlijken? Meuleman en Abou-Zeid leggen via een kwalitatieve vergelijkende analyse de voorwaarden bloot om tot een geslaagde integratie te komen.

Voorwaarden

Een essentiële voorwaarde om een duurzame transitie binnen de EU mogelijk te maken, blijkt alvast een duurzame transformatie van ons socio-economisch en politiek systeem; kortom de manier waarop onze samenleving functioneert.

Deze dimensie uit zich in het onderzoek onder meer in multidisciplinaire samenwerking en de mate waarin concrete lange termijndoelstellingen worden gehandhaafd. Andere veel voorkomende elementen zijn innovatie, een grotere rol voor lagere bestuursniveaus – indien nodig – en de bijhorende interdependenties tussen niveaus.

Naast een duurzame transformatie van ons socio-economisch en politiek systeem zijn er nog tal van andere voorwaarden die een duurzame transitie van de EU mede mogelijk maken. Binnen elke fase van het beleidsproces is de politieke dimensie van beleidsintegratie duidelijk dominant.

Zo zijn een sterk politiek verhaal en engagement van groot belang om duurzame beleidsvorming en integratieve bestuurshervormingen te ontwikkelen. Dit uit zich bijvoorbeeld meermaals in de gewenste implementatie van internationale akkoorden – zoals het Akkoord van Parijs – of van Europese regelgeving.

Belanghebbenden en rapportage

De rol die belanghebbenden opnemen, telt eveneens mee. Hun rol is het sterkst in Nederland, waar men volgens het “Poldermodel” werkt. Dit betekent dat de overheid regelmatig rond de tafel zit met belanghebbenden, in dit geval bijvoorbeeld milieuorganisaties, om tot een compromis te komen.

vergadering met enkele mensen rond de tafel aan hun laptop en 1 persoon die rechtstaat
Foto: RonaldCandonga via Pixabay

Tot slot dragen rapportage- en leermiddelen bij aan beleidsintegratie. Een goed voorbeeld hiervan vinden we opnieuw bij onze noorderburen. De Nederlandse “Schakelbak” legt successen en mislukkingen van coöperatie tussen actoren bloot. Maar rapportage kan ook tot uiting komen in de vorm van risico- en voortgangsmonitoring, opvolging van budgetten of het gebruik van nieuwe info in strategische planning.

De complexe aard van beleidsintegratie manifesteert zich dus in een groot aantal factoren. Deze factoren kunnen we het best combineren om de integratie te laten slagen. Zo staan al deze voorwaarden niet los van elkaar. Ze worden immers vaak in synergie of in conflict gezien met andere dimensies. Zoals u ziet is integratie allesbehalve vanzelfsprekend.

Perceptie van beleidsmakers

Integratieve vormen van governance kunnen dus wel degelijk de Europese duurzame transitie versterken. Desondanks speelt ook de perceptie van beleidsmakers een belangrijke rol in dit verhaal. Als we kijken naar voorbije ontwikkelingen in het beleid, stellen we vast hoe volatiel hun aanpak en perceptie is doorheen de tijd. Deze tijd is echter schaars. Toch doen ze er alsmaar langer over om vat te krijgen op milieu- en klimaatproblematieken.

Over Jonas Meuleman en Fadel Abou-Zeid

Nu we jullie hebben meegenomen in het verhaal van de potentiële kracht van beleidsintegratie voor de Europese Unie, stellen we ons graag even voor. Wij zijn Jonas Meuleman en Fadel Abou-Zeid, twee gedreven jongeren van 22 jaar oud met een passie voor duurzaamheidsdenken.

Deze passie hebben we onder meer te danken aan onze tijd als studenten Bestuurskunde en Publiek Management aan de UGent. Hier hebben we zowel de nodige kennis en instrumenten opgedaan om een kritische blik te kunnen werpen op de publieke sector, alsook de motivatie om een meerwaarde te bieden in een veranderende maatschappij.

Nu we de eer hebben gekregen om een boeiend masterproeftraject verder te zetten via een publicatie op het platform van FUTUREproef is die motivatie alleen maar sterker geworden. Onze honger is namelijk nog niet gestild. Zo hebben we ervoor gekozen om ons allebei op onze eigen manier toe te spitsen op duurzaamheid en haar politieke dimensie via een tweede master, met als doel een zo groot mogelijke maatschappelijke meerwaarde te creëren.

We hopen dit alvast met deze thesis waar te maken door aandacht te vestigen op de potentiële kracht van integratie van klimaatdoelstellingen in andere beleidsdomeinen. Om een nog breder doelpubliek te bereiken, zijn we momenteel in proces om onze thesis in een wetenschappelijk tijdschrift te publiceren.