Het label van de Korte Keten

Het label van de Korte Keten

Over de thesis van Marije Jennes

Een label voor korte keten producten. Een nuttig instrument voor opschaling? (2020)

Promotor(en) Frank Nevens, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

lib.ugent.be
Interview Heleen Schockaert | Redactie Heleen Schockaert

Met haar thesis rond de korte keten studeerde Marije Jennes recent af als industrieel-ingenieur biowetenschappen, met een focus op de voedingsindustrie.

In haar opleiding miste ze een duurzame insteek:
Ik vond het jammer en ook wel wat raar. Duurzaamheid is de toekomst, dan moeten we daar toch over leren? De debatten die in onze opleiding gevoerd worden zijn al iets ouder, je voelt dat er nood is aan een update. Ik had bijvoorbeeld een vak rond zuiveltechnologie waar vooral werd gekeken naar hoe de zuivelindustrie werkt, maar er amper aandacht werd besteed aan de impact van zuivel op onze planeet. Ik was mij op dat moment ook steeds meer aan het verdiepen in plantaardige producten en de impact van dierlijke producten op onze planeet en dan vond ik dat heel dubbel. Het gebrek aan een duurzaam verhaal in mijn opleiding heeft mij doen beslissen om die richting uit te gaan met mijn thesis. Ik kwam uiteindelijk bij een prof terecht die me kennis liet maken met allerlei interessante onderwerpen rond voeding.

Jouw thesis gaat over de korte keten, een buzzword dat steeds meer opduikt. Wat betekent het precies voor jou? Hoe heb je het gedefinieerd in jouw thesis?
Wat bedoeld wordt met korte keten is niet zo eenvoudig in een definitie te gieten. Ik vind het handiger om te werken met vijf pijlers of kenmerken waaraan men projecten kan toetsen: lokaliteit; zo weinig mogelijk schakels tussen producent en consument; vertrouwen tussen producent en consument; zeggenschap voor de boer en sensibilisering en dialoog naar de consument toe. Een korte keten moet niet aan alle vijf deze kenmerken voldoen, maar samen geven ze een idee van waar het in essentie om draait.

Het is duidelijk dat de korte ketenstroming een kritiek vormt op het huidige landbouwsysteem. Welke oplossingen dragen zij aan?
In het huidige systeem heeft een boer weinig vat op de prijs die betaald wordt voor zijn producten. Die wordt bepaald op de veiling. Uiteindelijk ligt die prijs vaak veel te laag, waardoor boeren het moeilijk krijgen om rond te komen. Binnen de korte keten beslist de boer zelf hoeveel hij of zij vraagt. Zowel de boer als de consument krijgt een eerlijke prijs. Op ecologisch vlak zien we ook een positieve bijdrage. Het conventionele landbouwsysteem pakt bepaalde problemen zoals over-irrigatie en koolstofemissies minder goed aan. In de korte keten wordt er minder grootschalig en intensief gewerkt. Gewassen worden vaak met meer respect voor de biodiversiteit en het ritme van de natuur geteelt. De korte keten doet ons weer meer voeling krijgen met waar ons voedsel vandaan komt, zo komen we hopelijk ook tot minder overvloed en minder verspilling. Ik kan nog wel eventjes doorgaan over de voordelen van korte keten…

Die overvloed aan keuzemogelijkheden die we vandaag hebben in de supermarkten, denk je dat mensen bereid zijn daar afstand van te nemen om hun voetafdruk terug in balans te krijgen? Is het idee niet te extreem voor vele mensen?
Ik snap uw vraag zeker en ik denk dat dat voor vele mensen inderdaad nog het geval is. Dat geldt eigenlijk ook voor mezelf. Gemak speelt daarin een grote rol. Nu vind je alles op een plaats. Om je voeding bij korte ketenprojecten te halen moet je vaak naar verschillende plekken. Ik denk wel dat daar oplossingen voor gevonden kunnen worden. Buurderijen zijn bijvoorbeeld initiatieven die het mensen al iets makkelijker maken. Boeren komen naar de stad en verkopen hun producten op een plaats. Ook in de supermarkten worden al korte ketenproducten verkocht. Anderzijds verlies je dan wel weer dat contact met de boer. Het hangt ervan af waar je belang aan hecht.

Je had het daarnet al over enkele sterktes van de korte keten, wat is de zwakte van een korte keten?
Korte ketenprojecten missen vaak nog professionaliteit, bijvoorbeeld op vlak van logistiek en infrastructuur. De conventionele keten heeft toegang tot lange kostentransport en opslagruimtes waardoor ze grote hoeveelheden aan lage prijs kunnen verkopen. Hierdoor vormen de korte ketenprojecten nog geen waardige concurrentie voor het conventionele systeem, alleszins niet op dit vlak.

Welke rol kan de supermarkt spelen?
Ten eerste kunnen ze helpen in de opschaling van korte ketenprojecten en kunnen ze ook consumenten die snel hun boodschappen willen doen korte ketenproducten aanbieden. Zo kan er ingespeeld worden op een grotere consumentenmix.

Je onderzocht hierin de waarde van labels. Op welke manier kunnen zij helpen voor de opschaling van dit soort projecten?
Het kan zeer zinvol zijn om de korte ketenproducten te onderscheiden van andere producten, zeker in de supermarkt. Het vormt ook duidelijkheid voor de consument. Het label vertelt niet alleen dat het lokaal geproduceerd is, maar het vertelt ook iets over die andere kenmerken. Uiteraard moeten de benchmarks dan wel goed vastgelegd en gecontroleerd worden, hetgeen niet zo eenvoudig is voor zo’n veelzijdig concept. Het is echter wel belangrijk om te voorkomen dat het label een holle betekenis krijgt. En de boeren moeten hierin ondersteund worden. Labels zijn een grote kost!

Zijn er niet al te veel labels?
Een overaanbod aan labels is tegenwoordig inderdaad het gevaar. Iemand kwam met het idee om een samenwerking aan te gaan met een bestaand label, bijvoorbeeld met het fairtrade label. Dat vond ik super interessant! Het fairtrade label zet niet per se in op lokaliteit, maar je kan daar een variant op bedenken en tegelijk gebruik maken van de naambekendheid. Een narratief label is ook een interessante optie, omdat je dan echt het unieke verhaal van de boer en het product kan vertellen. Dat zorgt ook voor nabijheid.

Welke grote conclusie trek je uit jouw onderzoek?
Korte keten is niet dé oplossing voor alle uitdagingen waar het landbouw- en voedingssysteem nu voor staat. Het zal wellicht een niche blijven, maar het kan een bron van inspiratie vormen voor het conventionele systeem om het anders aan te pakken. Een co-evolutie is belangrijk! Je voelt ook gewoon die nood bij de consument aan meer transparantie en kennis over de voeding die ze dagelijks naar binnen spelen.

Om af te sluiten: hoe zie je de toekomst van het voedingssysteem?
Het systeem zal alleszins efficiënter moeten. We gaan met steeds meer zijn op een steeds kleiner oppervlak. Ik denk en vrees dat we naar technologie zullen moeten kijken om voedsel te produceren, wat ons nog verder brengt van natuurlijke productie. Ook de verspilling moet gestopt worden. Ik denk anderzijds dat ook de alternatieven, zoals korte keten verder zullen groeien. Ik voel dat mensen er nood aan hebben.

Foto: Apple (Priscilla du Preez/Unsplash)