‘Let’s meat? Or not?’ Hoe zit dat nu met heel die discussie over vlees?
Over de thesis van Ragna Tuybens
Let's meat? Or not? Hoe zit dat nu met heel die discussie over vlees? (2020)
Promotor(en) Prof. dr. ir. Frank Nevens, Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen
lib.ugent.be
De afgelopen jaren kwam er steeds meer kritiek op het produceren en consumeren van vlees.
Sommigen vinden vlees ronduit slecht, anderen beweren het omgekeerde. De tegengestelde standpunten liggen ver uiteen en daarom vond Ragna het hoog tijd voor een genuanceerd verhaal. In haar thesisonderzoek gaat ze op zoek naar hoe het nu eigenlijk zit met heel die discussie rond vlees.
Vlees heeft voor een groot deel van de geschiedenis een belangrijke rol gespeeld in de voedingsgewoonten van de mens. Desalniettemin werd vlees de voorbije jaren steeds meer voer voor – een vaak gepolariseerde – discussie. Niet alleen de tegengestelde opinies, maar ook het duurzaamheidsaspect, zoals problemen rond milieu, gezondheid en dierenwelzijn worden vaak aangehaald in de discussie rond vleesproductie en -consumptie. En dan rijst natuurlijk de vraag welke plaats vlees heeft, mag hebben of zou moeten hebben in een duurzame toekomst.
Vleesproductie en -consumptie, vandaag en in de toekomst
Productie en consumptie
Het aantal dieren in de globale veehouderij wereldwijd is overweldigend: 31 miljard dieren oftewel zo’n 4 gekweekte dieren per mens (Gladek et al., 2017). Onderstaande figuur schetst een beeld van de grootte van de vleesproductie en -consumptie. De veestapel is de voorbije decennia als het ware geëxplodeerd. De vleesproductie anno 2018 met 341 miljoen ton staat in schril contrast met de 71 miljoen ton in 1961 (Ritchie & Roser, 2019). Er zijn nu meer mensen, maar we eten ook meer vlees. Als we de berekening maken eet de gemiddelde Belg 160 g vlees per dag (“Vleesconsumptie in België”, 2020). Bedenk gerust eens voor jezelf of je daar boven of onder zit.
Vlees en gezondheid
Misschien vraag je je ook wel eens af hoe gezond het eten van vlees is? Wel, enerzijds is vlees een belangrijke voedingsbron van eiwitten, vetten, vitaminen, foliumzuur en mineralen zoals zink, ijzer en selenium (Pereira & Vicente, 2013). De hoeveelheid micronutriënten verschilt evenwel van vleessoort tot vleessoort en wordt sterk beïnvloed door o.a. het rantsoen van de betreffende dieren (Mann, 2018). Anderzijds stelde het International Agency for Research on Cancer van de Wereldgezondheidsorganisatie in 2015 dat de consumptie van bewerkt vlees kankerverwekkend is.
Het eten van rood vlees speelt waarschijnlijk een rol speelt in het ontwikkelen van darmkanker bij de mens. Ook werd er een zwak positief verband gemeten tussen het eten van vleeswaren en de ontwikkeling van maagkanker en tussen het eten van rood vlees en de ontwikkeling van pancreas- en prostaatkanker. Sluitend bewijs over een toenemend risico op andere types kanker na vleesconsumptie is er niet (Godfray et al., 2018), want naast vleesconsumptie zijn er nog andere risicofactoren voor het ontwikkelen van kanker, zoals overgewicht, alcoholconsumptie en roken.
Andere negatieve gevolgen van hoge innames van bewerkt vlees zijn een verhoogd sterfterisico door hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht (Rohrmann et al., 2013; Vergnaud et al., 2010; Wang et al., 2016; Wolk, 2017). Conclusie: het risico op gezondheidsproblemen ten gevolge van vleesconsumptie is groter voor bewerkt vlees dan voor rood vlees. Voor wit vlees is er geen sluitend bewijs (De Smet & Vossen, 2016).
Een gezond voedingspatroon wordt getypeerd door een geschikte calorie-inname, een verscheidenheid aan plantaardig voedsel, lage hoeveelheden dierlijke producten, een voorkeur voor onverzadigde vetten. Verzadigde vetten, geraffineerde granen, sterk bewerkte voedingsmiddelen en toegevoegde suikers moeten worden verminderd (Willett et al., 2019). Elk dieet kan op een gezonde of ongezonde manier worden ingevuld. Vlees past in een gezond voedingspatroon, mits voldoende variatie en beperkte consumptie (i.e. één maaltijd per dag) (Vlaams Instituut Gezond Leven, 2017).
Vlees en het leefmilieu
Hoe zit het dan met de impact op ons leefmilieu?
Het aandeel van de veehouderij in de wereldwijde broeikasgasuitstoot bedraagt 14,5 % (FAO, 2016). Wat biodiversiteitsverlies betreft, stelt Westhoek et al. (2011) dat de veehouderij verantwoordelijk is voor ongeveer 30 % van het huidige biodiversiteitsverlies wereldwijd, hoofdzakelijk ten gevolge van de verandering in landgebruik. Water is noodzakelijk voor de productie van voeding. Landbouw heeft met 70% het grootste aandeel in het globale gebruik van zoetwater (Gleick, 2014). De dierlijke productie is medeverantwoordelijk voor de vervuiling en het massaverbruik van water. En vermits de productie blijft groeien, zullen meer en meer watervoorzieningen onder druk komen te staan (Mekonnen & Hoekstra, 2012).
Eten we dan beter helemaal geen vlees meer? Uit het onderzoek van de Boer & Van Ittersum (2018) blijkt van niet. Voor een optimaal landgebruik is matige consumptie van dierlijk eiwit vereist. Indien dieren gevoederd worden met restproducten (i.e. bijproducten uit de voedingsindustrie, voedselresten en biomassa van marginale gronden), dan is het landgebruik lager dan voor een veganistisch dieet of het huidige dieet in geïndustrialiseerde landen. Door dieren in te zetten om restproducten te herwaarderen, in plaats van actief voedergewassen te verbouwen, verkleint de milieu-impact. Het bekomen landgebruiksmodel (voor Nederland) pleit voor een gematigde consumptie van dierlijk eiwit: zo’n 20 gram dierlijk eiwit per dag i.p.v. 60 gram wat op dit moment het Europees gemiddelde is (Blom, 2015). Kortom: in een systeem waarbij zoveel mogelijk mensen gevoed moeten worden en er tegelijkertijd rekening gehouden wordt met een optimaal landgebruik, heeft matige vleesconsumptie een plaats.
Vlees en dierenwelzijn
Over dierenwelzijn wordt veel gezegd en geschreven. Het is dan ook een complex begrip. Zoiets is niet alleen subjectief maar ook cultuurafhankelijk. In India is de koe heilig en in de VS walgen ze van paardenvlees. Ook bestaat er zoiets als de meat paradox: we keuren dierenleed af maar we blijven vlees eten (Benningstad & Kunst, 2020). Het probleem met dierenwelzijn in de veehouderij is dat je niet kan kiezen voor een beetje dierenleed. In welk soort productiesysteem het ook gebeurt, het dier gaat dood.
Alternatieven voor vlees
Door de controverses rond gezondheid, duurzaamheid en dierenwelzijn gaat de voedingsindustrie op zoek naar alternatieven voor vlees. In de winkelrekken vind je al volop vegetarische alternatieven en misschien eten we in de toekomst kweekvlees en verwerkte eiwitten van insecten, algen en wieren.
Vooraleer het zover is, staan de producenten nog voor enkele uitdagingen, waaronder verwerkbaarheid, wetgeving, milieu-impact, nutritionele waarde, smaak, veiligheid, etc. Zo is de technologie voor kweekvlees nog volop in ontwikkeling en aangezien het kweken nog niet op grote schaal gebeurt, zijn er nog veel onzekerheden over de precieze milieubelasting ervan (van Dooren et al., 2015). Een ander voorbeeld van een uitdaging is dat als algen in open bassins worden gekweekt de kans bestaat dat deze microbiologisch besmet raken door vogels, insecten of knaagdieren (van der Spiegel et al., 2013).
De veiligheid van deze alternatieve eiwitten als voedingsmiddel staat dus nog ter discussie. Ook het eten van insecten wordt nog in vraag gesteld omdat het allergische reacties kan veroorzaken bij personen met geleedpotige-allergieën (Dobermann et al., 2017).
Enquête: vlees en de consument
Voor het praktische gedeelte van haar masterproef stelde Ragna een enquête op: “Ik probeerde inzicht te verkrijgen in de gewoontes van consumenten in Vlaanderen, maar ook in hun motieven en ideeën rond vleesproductie en -consumptie m.b.t. gezondheid, leefmilieu, dierenwelzijn en alternatieven.”
Uit de enquête waren 316 reacties bruikbaar, waarop verdere analyses werden gedaan. Ragna benadrukt dat de steekproef relatief klein is en de gebruikte dataset slechts een gering aantal mannen t.o.v. vrouwen bevat (29% vs. 71%). “Dat is niet onbelangrijk, gezien onderzoek aantoonde dat de houding ten aanzien van vleesconsumptie sterk verschilt tussen beide geslachten (Rothgerber, 2013).” Voorts dient er ook rekening gehouden te worden met de ongelijke verdeling tussen de leeftijdsgroepen en met een ongelijke regionale spreiding van de respondenten. “Bij een herhaling van dit of uitvoering van een soortgelijk onderzoek, is een meer representatieve steekproef wenselijk.”
Wat blijkt nu uit de resultaten? Vlees eten staat nog steeds centraal in onze samenleving. Al is er wel een verandering gaande. Er zijn niet alleen meer vegetariërs (11%) en veganisten (2%), ook en vooral het aantal mensen dat af en toe vlees laat liggen groeit: de flexitariërs. Zij vormen de grootste fractie met 56 %. Een kwart van de respondenten is omnivoor en eet dus dagelijks vlees.
Niettemin blijven de geconsumeerde hoeveelheden vlees en bereid vlees, met een gemiddelde van 788g per week, hoog. De hierbij ingevoegde grafiek toont de geschatte, wekelijkse vleesconsumptie zoals aangegeven door de deelnemers. Het advies van het Voedingscentrum (2020) is om maximaal 500g vlees per week te eten, waarvan maximaal 300g rood vlees. 61% van de respondenten eet dus meer dan het aanbevolen maximum. Volgens het ideale, duurzame voedingspatroon van Willet et al (2019), dat verscheen in The Lancet, bedraagt de wekelijkse vleesconsumptie 301g. Als we dan de vergelijking maken, eet 74% meer dan de gewenste, duurzame hoeveelheid vlees. Het omgooien van ons voedingspatroon zal dus om een grote inspanning vragen.
Waarom eten mensen vlees? Waarom de ene mens meer dan de andere? Iedereen heeft wel een motief waarom hij/zij een bepaald levensmiddel eet of net niet. De belangrijkste drijfveer voor het eten van vlees is omdat het lekker is (65%). Daarnaast eten mensen voornamelijk vlees uit gewoonte (38%) of omdat gezinsleden vlees willen eten (29%). Vleesconsumptie omwille van gezondheidsredenen wordt minder aangehaald (21%). Daarbij vindt 9% vleesalternatieven niet lekker en 6% zegt geen idee te hebben wat hij/zij anders zou eten om aan voldoende eiwitten te komen. Slechts 2% eet vlees omdat het goedkoop is.
Analoog werd er aan de consumenten gevraagd waarom ze geen of minder vlees eten. In de eerste plaats hechten ze vooral belang aan de negatieve impact op het leefmilieu (51%). Ook gevarieerd eten (43%), voldoende en lekkere vleesalternatieven (37%) en dierenwelzijn (29%) spelen een belangrijke rol in de gereduceerde vleesconsumptie. Naast het milieu en dierenwelzijn, blijft ook gezondheid een actueel onderwerp. 28% geeft aan vlees niet nodig te hebben voor hun gezondheid en 23% vindt dat minder vlees eten zorgt voor minder kans op gezondheidsproblemen. Daarnaast kiest 22% voor ‘Je kan voldoende energie en voedingsstoffen halen uit een dieet zonder vlees’. Andere redenen voor een afgenomen vleesconsumptie zijn: ‘vlees is niet lekker’ (7%), ‘andere gezinsleden willen ook geen vlees eten’ (4%), ‘vlees is (te) duur’ (4%) of omwille van religieuze redenen (0,3%).
Zijn de consumenten dan ook klaar om andere bronnen van eiwitten te eten, of doen ze dat al? De traditionele vleesconsumptie staat onder druk en bijgevolg komen vleesalternatieven steeds meer in beeld. Zo peilde de enquête ook naar de bereidheid van de bevraagden om kweekvlees, algen en wieren, insecten en plantaardige vleesvervangers te eten. Het grootste draagvlak was te vinden bij plantaardige vleesvervangers: 67% is bereid ze te consumeren. Het eten van insecten(bereidingen) stoot op het meeste verzet: slechts 26% is bereid om ze als vleesalternatief te eten. Voor algen en wieren is 42% van de consumenten bereid ze te eten en voor kweekvlees 39%. Er is nog een lange weg te gaan naar de bereidheid om vleesalternatieven te consumeren: onbekend is onbemind?
Besluit
Er loopt wel wat mis met de vleesproductie en -consumptie. Toch is er op de vraag ‘Let’s meat? Or not?’ geen eenduidig antwoord en vraagt deze om nuance. Het is onmogelijk om vleesproductie en -consumptie zwart-wit te bekijken. De waarheid – voor zover die bestaat – ligt ergens in het midden, en misschien is het dat pragmatisme wat men moet meenemen in het verhaal, i.p.v. telkens de uitersten te benadrukken. We hoeven niet allemaal rasechte carnivoren of veganisten te zijn. De plaats van vleesproductie en -consumptie vandaag is mogelijks niet dezelfde als in de toekomst. De vraag is alleen onder welke vorm en in welke hoeveelheden. Minder vlees is wellicht wenselijk als we op een duurzame en gezonde manier verder willen gaan, maar niemand die nu al weet welke kant het precies uitgaat met de vleesproductie- en consumptie.
Referenties
Gladek, E., Fraser, M., Roemers, G., Muñoz, O. S., … Hirsch, P. (2017). The global food system: an analysis. Geraadpleegd van https://www.metabolic.nl/projects/wwf-analysisglobal-food-system/
Ritchie, H., & Roser, M. (2017). Meat and Dairy Production. Geraadpleegd 13 november 2019, van Our World in Data website: https://ourworldindata.org/meat-production#meatproduction
Vlaamse Milieumaatschappij. (2020). Vleesconsumptie in België. Geraadpleegd van https://www.milieurapport.be/systemen/voeding/systeemkenmerken/evolutie-van-devleesconsumptie-in-belgie
Vlaamse Milieumaatschappij. (2020). Vleesconsumptie in België. Geraadpleegd van https://www.milieurapport.be/systemen/voeding/systeemkenmerken/evolutie-van-devleesconsumptie-in-belgie
Mann, N. J. (2018). A brief history of meat in the human diet and current health implications. Meat Science, 144, 169–179.
Rohrmann, S., Overvad, K., Bueno-de-Mesquita, H. B., Jakobsen, M. U., … Linseisen, and J. (2013). Meat consumption and mortality – results from the European Prospective Investigation into Cancer and Nutrition. BMC Medicine, 11(63), 1–13.
Vergnaud, A. C., Norat, T., Romaguera, D., Mouw, T., … Peeters, P. H. M. (2010). Meat consumption and prospective weight change in participants of the EPIC-PANACEA study. American Journal of Clinical Nutrition, 92(2), 398–407.
Wang, X., Lin, X., Ouyang, Y. Y., Liu, J., … Hu, F. B. (2016). Red and processed meat consumption and mortality: Dose-response meta-analysis of prospective cohort studies. Public Health Nutrition, 19(5), 893–905.
Wolk, A. (2017). Potential health hazards of eating red meat. Journal of Internal Medicine, 281(2), 106–122.
De Smet, S., & Vossen, E. (2016). Meat: The balance between nutrition and health. A review. Meat Science, 120, 145–156.
Vlaams Instituut Gezond Leven. (2017). Vlees. Geraadpleegd 10 februari 2020, van https://www.gezondleven.be/themas/voeding/voedingsdriehoek/vlees
FAO. (2016). Livestock & Climate change. Geraadpleegd van http://www.fao.org/3/ai6345e.pdf
Westhoek, H., Rood, T., van den Berg, M., Janse, J., … Stehfest, E. (2011). The Protein 80 Puzzle: The Consumption and Production of Meat , Dairy and Fish in the European Union. In European Journal of Food Research & Review. Den Haag: Netherlands Environmental Assessment Agency.
Gleick, P. H. (2014). The World’s Water Volume 7: The Biennial Report on Freshwater Resources. In Island Press. Washington DC.
Mekonnen, M. M., & Hoekstra, A. Y. (2012). A Global Assessment of the Water Footprint of Farm Animal Products. Ecosystems, 15(3), 401–415.
de Boer, I. J. M., & Van Ittersum, M. K. (2018). Circularity in agricultural production. Geraadpleegd van https://www.wur.nl/upload_mm/7/5/5/14119893-7258-45e6-b4d0- e514a8b6316a_Circularity-in-agricultural-production-20122018.pdf
Blom, J. (2015). Duurzame voedselvoorziening onmogelijk zonder veehouderij. Voedingsmagazine, 2, 17–19.
Benningstad, N. C. G., & Kunst, J. R. (2020). Dissociating meat from its animal origins: A systematic literature review. Appetite, 147.
van Dooren, C., & Postma-Smeets, A. (2015). Nieuwe eiwitbronnen als vleesvervangers. Geraadpleegd van https://www.voedingscentrum.nl/Assets/Uploads/voedingscentrum/Documents/Professio nals/Pers/Factsheets/Factsheet Nieuwe eiwitbronnen als vleesvervanger versie okt 2015.pdf
van der Spiegel, M., Noordam, M. Y., & van der Fels-Klerx, H. J. (2013). Safety of novel protein sources (insects, microalgae, seaweed, duckweed, and rapeseed) and legislative aspects for their application in food and feed production. Comprehensive Reviews in Food Science and Food Safety, 12(6), 662–678.
Dobermann, D., Swift, J. A., & Field, L. M. (2017). Opportunities and hurdles of edible insects for food and feed. Nutrition Bulletin, 42(4), 293–308.
Rothgerber, H. (2013). Real men don’t eat (vegetable) quiche: Masculinity and the justification of meat consumption. Psychology of Men and Masculinity, 14(4), 363–375.
Voedingscentrum. (2020). Vlees. Geraadpleegd 8 mei 2020, van Voedingscentrum website: https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/vlees.aspx
Willett, W., Rockström, J., Loken, B., Springmann, M., … Murray, C. J. L. (2019). Food in the Anthropocene: the EAT-Lancet Commission on healthy diets from sustainable food systems. Lancet (London, England), 393(10170), 447–492.