Wat is de publieke opinie over klimaatmigratie en komt deze overeen met het beleid van de internationale gemeenschap?
Over de thesis van Elisa Leys
Democratic global governance or a different agenda: a look into climate migration. Assessing public attitudes and their coherence with the international community regarding climate migration: a survey experiment (2020)
Promotor(en) Prof. dr. Thijs Van de Graaf, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen
lib.ugent.be
Klimaatverandering bedreigt de armste mensen ter wereld en verhoogt het aantal volksverhuizingen aanzienlijk.
Volgens onderzoek van het Internal Monitoring Displacement Centre (IMDC) waren in 2019 naar schatting 33.4 miljoen mensen ontheemd in eigen land. Het merendeel hiervan, zo’n 25 miljoen mensen, moest vluchten voor natuurrampen. Bij deze cijfers zijn invloeden van tragere klimaatveranderingen, zoals een stijgende zeespiegel, zelfs niet meegerekend. Het is duidelijk dat de internationale gemeenschap voor een aanzienlijke uitdaging staat. De publieke opinie speelt hierin een belangrijke rol. Maar wat is de publieke opinie over klimaatmigratie en komt deze overeen met het beleid van de internationale gemeenschap? Om een antwoord te krijgen op deze vraag deed masterstudente Elisa Leys voor haar eindwerk een bevraging bij studenten. Heleen Schockaert ging met haar in gesprek.
Waarom koos je voor een duurzaam thesisonderwerp?
Ik wist al even dat ik iets rond klimaatmigratie wou doen. Het was een thema dat ik niet goed kende. Ik had ook het gevoel dat er weinig aandacht aan besteed werd in de media, hoewel het mij nochtans geen onbelangrijk fenomeen leek. Een eerste verkenning deed ik in mijn bachelorproef, maar achteraf zat ik nog steeds met het gevoel dat ik de huidige situatie rond klimaatmigratie niet goed begreep. Voor mijn thesis ben ik dan ook in dezelfde richting gaan zoeken, maar vanuit een ander perspectief. Bovendien wilde ik nog een extra master doen rond duurzaamheid of milieu. Momenteel volg ik de masteropleiding “Environment, Development and Policy” aan de universiteit van Sussex. Mijn thesisonderzoek heeft me hierbij al enorm geholpen.
Door mijn bachelorproef had ik door dat er heel veel verschillende opvattingen bestaan rond klimaatmigratie in de internationale politiek. Het leek mij interessant te onderzoeken welke aspecten van het probleem besproken worden en welke andere aspecten er onbesproken blijven. Het valt op dat de (internationale) politiek vaak aan attribute framing doet, dit wil zeggen dat men gaat focussen op een attribute of deel van het probleem en dat deel als hét probleem beschouwt. Hierdoor blijft de brede context veelal onderbelicht. Zo worden economische aspecten bijvoorbeeld vaak veel meer naar de voorgrond geschoven of gaat men vooral aandacht besteden aan eenmalige rampen. Die zijn namelijk makkelijker te framen dan langdurige trends. Een persoon die migreert na een specifieke ramp zal dan ook meer aandacht krijgen dan migratie als gevolg van langdurige droogtes of een stijgende zeespiegel. Het leek mij interessant om te zien wat de gemiddelde student hierover weet en hoe de framing of omkadering van klimaatmigratie (door bijvoorbeeld de internationale politiek) een effect heeft op hoe iemand het probleem ziet.
Hoe heb je studenten geconfronteerd met die framing?
Ik heb een experimenteel onderzoek uitgevoerd. Hiervoor creëerde ik een verhaal rond een fictief persoon: Isra. Hij is afkomstig uit Namibië en moest migreren door extreme droogte. Als droogste land ter wereld leek Namibië mij een goede en geloofwaardige casus. De meeste projecten in Namibië die zich om klimaatmigranten bekommeren focussen op specifieke natuurrampen. Ik heb onderzocht hoe Namibië omgaat met burgers die uit rurale gebieden moeten verhuizen, omdat het er te droog wordt. Aangezien veel mensen er aan zelfvoorzienende landbouw doen, is aanhoudende droogte een belangrijke reden voor migratie. Velen komen zo in sloppenwijken in de hoofdstad terecht.
De casus rond Isra werd driemaal verschillend geframed. Elke student die deelnam aan het experiment kreeg maar één framing te lezen. Ze moesten wel dezelfde vragen beantwoorden, waarvan ik de antwoorden achteraf met elkaar heb vergeleken.
In het eerste frame is de situatie zo waarheidsgetrouw mogelijk weergegeven. Isra besloot te verhuizen naar Windhoek (de hoofdstad van Namibië). Daar komt hij terecht in een overbevolkte sloppenwijk, ook al tracht het Bureau van de Verenigde Naties voor rampenrisicovermindering (UNDRR) migranten in het binnenland te hervestigen. Door deze uitzichtloze situatie beslist Isra naar Europa te migreren.
Het tweede frame is veel meer economisch gericht. Isra slaagt er niet meer in geld te verdienen in zijn thuisland en kan er dus niet blijven. Ondanks de steun van de Europese Unie en de Verenigde Naties (VN) aan Namibië, vertrekt Isra. Dit soort framing is veelvoorkomend in de internationale politiek: klimaatmigranten worden gecategoriseerd als economische migranten.
In de derde framing ligt de focus op migratie als het gevolg van een ramp. De veerkracht van het land staat hier centraal. Een natuurramp wordt gezien als een lokaal probleem dat men lokaal kan oplossen. De VN ondersteunt Namibië met disaster management programma’s, ontwikkelingshulp etc. Maar hierdoor wordt in belangrijke mate het feit dat mensen ook als gevolg van langduriger rampen migreren genegeerd. Een reden hiervoor is dat men binnen dit soort framing makkelijker aan fondsen geraakt. Een ramp is makkelijk te vatten.
Wat waren de resultaten van jouw bevraging?
De resultaten waren anders dan ik had verwacht en verbaasden me zelfs. Ook al kregen de studenten een ander frame voorgeschoteld, beantwoordden ze de vragen vrij gelijkaardig. Vragen waren bijvoorbeeld: “Onder welke categorie (vluchteling of migrant) denk je dat die persoon kan vallen eens die in Europa is en onder welke categorie vind je dat die zou moeten horen?” Ook op vlak van wie verantwoordelijk zou moeten zijn voor deze persoon en of de internationale gemeenschap genoeg doet werd vrij gelijkaardig geantwoord. Interessant was dat er ook enkele contradicties te bespeuren waren in de antwoorden. De meeste studenten vonden de beslissing van Isra om naar Europa te komen gerechtvaardigd en beschouwden hem als een klimaatmigrant, maar anderzijds vonden ze ook dat de Namibische overheid die mensen beter moet beschermen én dat de VN meer moet doen. Ik dacht dat de studenten misschien wat in de war waren door mijn bevraging. Het is natuurlijk ook een heel complexe materie, wat het voor de studenten moeilijk maakte om de vragen eenduidig te beantwoorden.
Wat is het verschil tussen klimaatmigrant en klimaatvluchteling? Waarom gebruikt de internationale gemeenschap de ene definitie boven de ander?
Klimaatmigrant zorgt voor minder ophef. Iemand die vanwege het klimaat migreert valt niet onder de nauwe definitie van een vluchteling. Klimaatvluchteling bestaat eigenlijk niet volgens internationale kaders en het internationaal recht. Hoe breder de definitie hoe meer verantwoordelijkheid voor overheden. Er zijn veel personen die er onderzoek naar doen en die pleiten voor het gebruik van de term klimaatvluchteling. Zo is er al een debat geweest rond het verbreden van de Conventie van Genève. Maar dat is een enorm complex politiek debat. De gevolgen van zo’n uitbreiding zijn dan ook niet gering.
De term klimaatvluchteling wordt nu dan ook vooral gebruikt om echt een punt te maken, omdat ‘klimaatmigrant’ minder ernstig lijkt. Ik denk zelf dat de kans klein is dat ‘klimaatvluchteling’ snel zal toegevoegd worden aan de internationale kaders. Vandaag hebben veel overheden “schrik” voor vluchtelingen dus het lijkt me voorlopig onwaarschijnlijk dat de definitie verbreed zal worden. Bovendien bestaat de problematiek uit zoveel verschillende facetten dat het echt heel complex wordt om er een eenduidig kader rond te creëren. Ook de wetenschappelijke gemeenschap worstelt daarmee. Er is niet maar één oorzaak voor klimaatmigratie: als een boer beslist te migreren is dat ook een economische beslissing en niet enkel omdat het te droog is. Dan ontstaat de discussie over wat de voornaamste oorzaak is of wat er eerst kwam, en dan is het natuurlijk makkelijk voor de internationale gemeenschap om daarin ook onbeslist te blijven.
Toch blijf ik me afvragen waarom de internationale gemeenschap amper reageert op zo’n enorm nakend probleem. Vormt klimaatmigratie simpelweg geen prioriteit of steken ze zich weg achter de verdeeldheid in de publieke opinie? Het thema is inderdaad zeer complex, maar tegelijk vind ik dat we moeten opletten met een al te milde houding tegenover de internationale gemeenschap. Men moet opletten met uitvluchten als ‘het is een moeilijk fenomeen, zij begrijpen het ook niet zo goed’, want is het niet net de internationale gemeenschap die in staat zou moeten zijn om dit soort problemen te verhelpen of voorkomen door samenwerkingen aan te gaan? Men kan bijvoorbeeld data of (financiële) middelen uitwisselen waar afzonderlijke landen veel minder toegang tot hebben.
Er speelt veel meer mee dan ‘moeten we die mensen opvangen of niet’. Het is een heel complex en politiek probleem. Dat probleem begint al aan de onderhandelingstafels. De effecten van klimaatverandering zijn heel ongelijk verdeeld. Armere landen vertonen een veel grotere kwetsbaarheid. Het zijn ook net deze landen die vaak veel minder gehoord worden binnen de internationale gemeenschap. Daar wringt het schoentje.
Foto: Noordoewer, Namibië (Matthieu Joannon/Unsplash)