Wat Roundup ons vertelt over recht en milieubescherming

Wat Roundup ons vertelt over recht en milieubescherming

Over de thesis van Anaïs Renard

Glyfosaat en recht (2021)

Promotor(en) An Cliquet, Faculteit Recht en Criminologie

lib.ugent.be
Foto: Global Justice Now
Redactie Anaïs Renard; Febe Visart

De Roundup-controverse door de lens van een milieubezorgde doch hoopvolle jurist

Glyfosaat, beter bekend onder de naam Roundup, is een pesticide ontwikkeld door het bedrijf Monsanto. Omdat onderzoek op een correlatie tussen deze stof en kanker wijst, lopen er in de V.S. zo’n 125 000 rechtszaken tegen het bedrijf en klinkt in Europa de roep voor een verbod. Vandaag is glyfosaat echter nog altijd de meest gebruikte pesticide ter wereld.
Hoe kunnen we onszelf en de natuur beschermen tegen mogelijke schade? Wie is aansprakelijk? Anaïs Renard gidst je doorheen de woelige wereld van het milieurecht.

Glyfosaat maakt naast de mens, ook de natuur ziek

Glyfosaat kwam in de kijker nadat het Internationaal Instituut voor Kankeronderzoek de stof in 2015 als potentieel kankerverwekkend kwalificeerde. In de nasleep hiervan kreeg in 2018 Monsanto voor het eerst een veroordeling door een Amerikaanse rechtbank.

Het bedrijf moest miljoenen dollars schadevergoeding betalen aan een tuinier die aan ongeneeslijke lymfeklierkanker leed ten gevolge van blootstelling aan Roundup. Ontsteld stelde ik me toen de vraag: waarom is glyfosaat, ondanks dit risico, nog altijd in omloop?

Vervolgens dacht ik: hoe zit het eigenlijk met de schadelijkheid van glyfosaat, en van pesticiden in het algemeen, voor het milieu?

veld wordt besproeid met pesticiden
Foto: Erich Westendarp via Pixabay

Wat blijkt, pesticiden zijn een echte kwaal voor het milieu. Recent onderzoek aan de Universiteit van Sidney schat dat wereldwijd 64% van de landbouwgronden zijn vervuild door pesticiden. In 31% van de gevallen liggen de pesticidegehaltes minstens 1000 keer hoger dan het gehalte dat onschadelijk zou zijn voor het milieu.

Als ervaren rechtenstudente, wou ik daarom de volgende vraag onderzoeken: hoe staat het recht tegenover de schade die pesticiden, zoals glyfosaat, aan het milieu veroorzaken?

Academici, journalisten, juristen, noem maar op, hebben al uitvoerig geschreven en gedebatteerd over de gevolgen van glyfosaat voor de menselijke gezondheid. Veel minder aandacht besteedden ze aan de negatieve gevolgen ervan op het milieu. Ik wou daarom dit onderbelicht aspect van de glyfosaatproblematiek in kaart brengen.

Mijn onderzoek in een notendop

Aan de grondslag van mijn onderzoek lagen twee vragen over glyfosaat en recht. De eerste vraag luidde: wat is het juridisch kader rond glyfosaat? Met andere woorden, wat wordt er vooraf geregeld om glyfosaatschade aan het milieu te voorkomen, of alleszins binnen bepaalde perken te houden?

Ik keek hierbij naar het internationaal, Europees en Belgisch recht. Dit leidde tot het volgende overzicht: een versnipperd internationaalrechtelijk kader rond pesticiden in het algemeen, maar een uitgebreid Europeesrechtelijk kader met een beslissingsbevoegdheid die vooral bij de lidstaten ligt.

In de Europese Unie maakt glyfosaat het voorwerp uit van een toelating tot de Europese markt. Deze toelating moet vijf- of tienjaarlijks worden hernieuwd. Het staat de nationale wetgever vervolgens vrij om de verkoop en het gebruik van producten die glyfosaat bevatten, nader te reguleren.

De tweede vraag was: welke rechtsmiddelen kunnen we achteraf aanwenden voor milieuschade door glyfosaatproducten? Eerst ging ik na of het recht deze milieuschade rechtstreeks linkt aan een fout van de producent. Vervolgens voerde ik een mensenrechtelijke analyse uit: schendt het gebruik van glyfosaatproducten in de landbouw het recht op een gezond leefmilieu? Telkens was de conclusie dat het recht niet afgestemd is op milieuschade waaraan geen rechtstreeks menselijk belang is gekoppeld.

Onder het recht op een gezond leefmilieu vallen drie procedurele milieurechten, zijnde (1) het recht op informatie over milieugerelateerde kwesties, (2) het recht op toegang tot de rechter in milieuzaken en (3) het recht op participatie in milieugerelateerde besluitvorming. Deze rechten vormen de drie zuilen van een zogenaamde “milieudemocratie”.

Europese vlaggen
Foto: Pexels

Toen de EU in 2016 besloot om de toelating van glyfosaat toch te hernieuwen – wat voor de nodige controverse zorgde- stelde ik vast dat deze rechten volledig waren uitgeschakeld. Hoewel ondertussen verscheidene evoluties het recht op informatie herstellen, staan zowel het recht op toegang tot de rechter als het recht op participatie nog steeds wankel.

Duurzaamheidsdenken stimuleren

Met mijn werkstuk wil ik de huidige, niet-duurzame status quo in vraag stellen. Hierbij leg ik de focus niet enkel op het heden. Centraal staat de vraag hoe het recht kan evolueren om de bestaande lacunes in het juridische landschap weg te werken.

De volgende vragen dringen zich immers op: Hoe kunnen we komaf maken met een juridische visie op schade die de mens centraal stelt? Heeft het zin om de natuur of componenten van de natuur een bijzonder juridisch statuut toe te kennen? Is het recht überhaupt wel een geschikt middel om milieuschade aan te vechten en herstel ervan te bewerkstelligen?

Ik hoop dat mijn onderzoek kan bijdragen aan het streven naar een meer duurzame samenleving op twee manieren. Eerst kan het als “food for thought” dienen. Idealiter zet het andere academici aan tot het onderzoeken van en het schrijven over dergelijke problematieken.

Ten tweede maakt het ook een “sensibiliseringswerk” uit, in die zin dat het onderbelichte milieuschade, namelijk schade die het rechtstreeks gevolg is van chemische stoffen in de landbouw, in de kijker zet.

What’s next?

Of een toekomst zonder pesticiden ons te wachten staat, is niet te voorspellen. Wel is de kiem gelegd voor een toekomst zonder glyfosaat.

Het een en het ander is immers aan het veranderen: Bayer, het bedrijf dat Monsanto een paar jaar geleden overnam, heeft Roundup zo veranderd dat het geen glyfosaat meer bevat – caveat: andere glyfosaatproducten zijn wél nog in de handel. Daarnaast hebben een aantal Belgische onderzoekers een veelbelovend biologisch alternatief voor glyfosaat ontwikkeld op basis van essentiële oliën.

Ik stel ook met zeer veel hoop vast dat meer en meer en meer burgers zich engageren voor de bescherming van het milieu. Het besef groeit dat dit engagement begint met wat er op je bord komt.

Wie dit jaar bijvoorbeeld deelnam aan de verschillende klimaatmarsen, kon op heel wat posters lezen dat jonge generaties aandacht hebben voor de manier waarop hun voedsel wordt geproduceerd. Zij roepen beleidsmakers op om voor verandering te zorgen, onder andere door het gebruik van pesticiden en andere chemicaliën in de landbouw aan de kaak te stellen.

Hoe moet het nu verder? Juridisch gezien is er is géén eenduidige of perfecte oplossing; het recht is een dynamisch en complex gegeven. Met deze thesis pleit ik voor een evolutie van het recht die milieubescherming bevordert.

Mijn masterproef reikt hierbij mogelijke evoluties van het internationaal, Europees en nationaal recht aan. Denkpistes zijn onder andere: een internationaal verdrag rond pesticiden, een betere betrekking van de burger in het pesticidebeleid, of nog meer mogelijkheden voor de burger om milieuschade aan te vechten voor de rechter.

Hopelijk plant ik hiermee een zaadje voor grootschaligere reflectie rond recht en milieubescherming.

 

Over Anaïs Renard

Ik ben Anaïs, 23 jaar oud, Brussels sprout, net afgestudeerd met een Master in de Rechten en klaar om de wereld te ontdekken. Mijn interesses zijn heel divers: nieuwe technologieën, feminisme, klimaatkwesties, Europese politiek, muziek, talen en nog veel meer.
Ik ben altijd op zoek naar nieuwe gelegenheden om bij te leren en om mijn steentje bij te dragen aan een vreedzamere en duurzamere maatschappij.